
Hollands zomerboeket zet je tuin in vuur en vlam
Zomerbloeiers brengen geur en kleur, niet alleen buiten, maar ook binnen. Heb je zin om de komende zomer ook van jouw tuin een bloemenzee te maken? Kom dan nu in actie, dan is het snel voor elkaar.
Zomerbloeiers brengen geur en kleur, niet alleen buiten, maar ook binnen. Heb je zin om de komende zomer ook van jouw tuin een bloemenzee te maken? Kom dan nu in actie, dan is het snel voor elkaar.
Zomerbloeiers brengen geur en kleur, niet alleen buiten, maar ook binnen. Heb je zin om de komende zomer ook van jouw tuin een bloemenzee te maken? Kom dan nu in actie, dan is het snel voor elkaar.
Vanaf april is een nieuwe, geurende tuinhortensia verkrijgbaar met een grote aantrekkingskracht op vlinders. Plant ‘m in het voorjaar en in de zomer verschijnen de champagne-witte bloemschermen vol nectar en zoete parfum. Daar worden niet alleen vlinders vrolijk van!
Vakantie! Een lekker Frans zonnetje en eindeloos golvende paarsblauwe lavendelvelden. Een plaatje om te zien en dan die heerlijk ontspannende geur… Wist jij dat deze Franse zonaanbidder zich ook op z’n gemak voelt in jouw tuin? Lavendel is een makkelijke plant waar je van alles mee kunt. Hij doet het goed als balkonplant, als tuinstruik en zelfs als haag. En, leuk voor je kinderen: vlinders zijn er dol op. April is de beste maand om je lavendel te snoeien.
Narcis ‘Topolino’ is de Lentebloeier van het Jaar 2014. Het dwergnarcisje (‘Topolino’ is Italiaans voor ‘muisje’) is volgens een jury van groendeskundigen een vrolijke en zeer natuurlijke verschijning.
In maart is Buxus de tuinplant van de maand. Buxus is populair bij tuinliefhebbers en een makkelijke plant voor allerlei toepassingen in de tuin.
In januari is de wilg de tuinplant van de maand. En terecht, want er is weinig Hollandser dan een boerenslootje met daarlangs een lange rij knotwilgen. Ook in je tuin is de wilg een welkome aanwinst. De wilg is makkelijk, decoratief en geschikt voor zowel de grote als de kleine tuin. Daarbij biedt de wilgenfamilie leuke variatie, zoals oker-/oranjekleurige takken in de winter, krullende takken of lange op de wind golvende, neerhangende gele takkenmassa’s.
Bij de meeste bloeiende heesters en bomen zijn het de kroonblaadjes die de bloemen hun kleur geven, maar er zijn uitzonderingen. Dan zijn het kelk- of schutbladen die de bestuivende insecten moeten lokken, zoals bij de vaantjesboom (Davidia involucrata) die in mei-juni bloeit met in het oog springende, witte, zakdoekgrote kelkbladen. Heel apart! Bij de heesters doen de hortensia’s (Hydrangea’s) het weer anders: die vormen vanaf de zomer grote schermen of pluimen bloemen met onopvallende of gekleurde vruchtbare bloempjes in het midden en daar omheen grote lokbloemen met opvallend (vaak anders) gekleurde kelkbladen. Er zijn zelfs cultivars die alleen maar steriele bloemen in enorme pluimen produceren, zoals de boerenhortensia (Hydrangea paniculata ‘Grandiflora’). Deze laatste bloeit nu, de andere hortensia’s vaak al eerder, in juli-augustus.
Overweldigende bloei
Het meest bekend is de zomerbloeiende soort Hydrangea macrophylla, een tuinheester die in allerlei kleuren kan bloeien met (groep 1) grote, bolle bloeiwijzen (tuilen) met vooral steriele bloemen, maar ook met (groep 2) platte, open tuilen met in het midden fertiele bloemen en grotere, steriele bloemen langs de rand. De laatste worden Teller-vormen of Lace-caps genoemd. Deze hortensiasoort is qua bloemkleur gevoelig voor de zuurgraad (pH-waarde) van de grond. Wit-bloeiers blijven gewoon wit, maar roze-bloeiers die op zure grond groeien, krijgen blauwe of paarse bloemen. Op kalkrijke grond zijn ze roze of rood. Er zijn tientallen cultivars met allerlei bloemkleuren, ook combinatiekleuren. ‘Lanarth White’ bijv. vormt platte tuilen met roze of blauwe fertiele bloemen met daar omheen zuiver witte, steriele bloemen. Er zijn ook (groep 3) seringbloemige cultivars van H. macrophylla, o.a. de wit bloeiende ‘Ayesha’ (‘Uzu’). Deze zijn iets minder winterhard, dus enigszins beschut planten. Ze bloeien fantastisch. Al deze planten bloeien aan takken die het jaar ervoor al zijn gevormd. Die moeten daarom op een bijzondere wijze worden gesnoeid (zie onder).
Andere, ook bladverliezende hortensiasoorten bloeien wel aan takken die in hetzelfde jaar zijn gevormd: de prachtige H. arborescens ‘Annabelle’ bijvoorbeeld, een grote struik die enorme, ronde, witte, steriele bloeiwijzen vormt en ook in de zomer bloeit. U kunt deze plant tegen het eind van de winter snoeien. Dat geldt ook voor de pluimhortensia (ook waterstruik, boerenhortensia en schaapskop genoemd), H. paniculata, een grote heester met donkergroen blad waarvan de cultivar ‘Grandiflora’ grote kegelvormige pluimen witte bloemen vormt die tegen het eind van de zomer roze of rood worden. ‘Unique’ doet hetzelfde met nog grotere bloemen en zo zijn er meer. Heel mooi is ook H. involucrata ‘Hortensis’ die vanaf einde zomer bloeit met trossen roomkleurige, roze en groene bloemen. De soort zelf bloeit blauw met witte tot lichtblauwe randbloemen. Alle soorten hebben mooi gevormd, licht- tot donkergroen blad en houden van een plek in lichte schaduw tot zon en voedzame, vochthoudende, maar goed doorlatende grond.
Hydrangea macrophylla snoeien
Doe dat in het voorjaar. De nieuwe bloemknoppen zijn dan al gevormd (vlak onder de oude, uitgebloeide bloeiwijzen). Die dus niet afknippen, maar de struik door snoei verjongen en op maat houden. Snoei ieder voorjaar éénvijfde van de oude takken bij de basis weg. Dat stimuleert de groei van jonge, gezonde takken Zo heeft u in vijf jaar een totaal verjongde struik en met viervijfde van de takken krijgt u bloemen genoeg.
TIP
Ook even aandacht voor: Abelia
Een geslacht van prachtige, bladverliezende, halfwintergroene of totaal wintergroene heesters, waarvan sommige wat minder winterhard zijn. Dat laatste geldt zeker niet voor ‘Francis Mason’, een sterke halfwintergroene, ca. 2 m hoge struik met mooi ovaal geelachtig groen blad dat in het midden donkerder groen is. Deze bloeit nu met massa’s heerlijk geurende, iets roze tot witte klokjesbloemen. Zo zijn er meer die u graag in uw tuin zult willen zien, maar de meeste Abelia’s bloeien vroeger.
Tuintips voor september
Gazon in- en bijzaaien. Blijf wieden en gras maaien. Grind (steenslagtuinen) goed doorharken tegen onkruidgroei. Steenvruchtbomen (perzik, kers, pruim enz.) nu snoeien: de kans op loodglansziekte is nu het laagst (geen zware takken snoeien). Pioenen (Paeonia) verplanten als ze minder goed hebben gebloeid.. Groenblijvende heesters en coniferen planten. Klim- en leiplanten aanbinden. Boombanden controleren. Zet herfstbloeiers (met verse potgrond) in de bakken waarin zomerbloeiers zijn uitgebloeid.
Gras is een van de grootste plantenfamilies op aarde. Er bestaan wel 8.000 soorten. Familieleden komen dan ook op alle werelddelen voor. Het zijn er niet alleen veel, maar ze zijn er ook al heel lang. Recente vondsten wezen uit dat sommige grassoorten al 65 miljoen jaar bestaan! Zou het helpen dat grassen windbestuivers zijn?
Niet alleen om het uiterlijk…
Elke grassoort heeft zijn eigen unieke vorm: klein en polvormig, hoog als een scherm of spreidend in sluiervorm. De halmkleuren lopen uiteen van groen, blauw en rood, tot bont met rode, witte of gele halmen en witte of gele dwarsstrepen. Maar, het gaat bij siergrassen niet alleen om het uiterlijk. Ze voegen extra dimensies toe aan het landschap, zoals beweging en geluid. Het zachtjes wiegen in de wind en het bijbehorende geluid creëren een harmonische sfeer in de omgeving van het gras.
Koude en warme types
Grassen van het koude seizoen beginnen al vroeg in het voorjaar te groeien. Sommige blijven halfwintergroen in de winter, zoals de Carex ‘Deschampsia’, of geheel wintergroen zoals de Carex Buchananii. Andere grassen doen het juist goed tijdens de warmere periodes in het jaar en blijven er ook mooi uitzien als het wat langer warm en droog is.
Ze beginnen pas te groeien als de temperatuur wat meer is opgelopen; Molinia en Pennisetum zijn hiervan mooie voorbeelden. Goed om te weten als je ze in je tuin
wilt planten.
Pijpje stoken?
Het pijpenstrootje, Molinia, heet zo omdat de stijve bloeistengels – die geen verdikkingen vertonen – vroeger werden gebruikt om de lange stenen pijpenstelen mee te reinigen. Pijpenstrootjes – die we in de natuur vaak vinden op wat schrale, zure grond – doen het in de tuin goed in elk type grond. Als deze maar niet te voedselrijk is. Een zonnige plek is aan te raden, maar geef bij aanhoudende droogte wel water.
Vooral de kweekvormen zijn zeer geliefd in de tuin. Molinia arundinacea ‘Transparent’ is een zeer aaibare schitterende, polvormende plant met massa’s sierlijk overhangend smal blad. Deze grassoort kan maar liefst twee meter hoog worden. In de bloeitijd (juli-augustus) wuiven daar dan de sierlijke bloeiaren bovenuit.
Molinia
Wat een silhouet…
Pennisetum, (ook wel bekend als lampenpoetsersgras) heeft een ronde, polvormige groeiwijze en is zeer geschikt als solitaire plant. De bekende pluimen, die wel tot een meter hoog kunnen worden, komen op in de nazomer en blijven mooi tot ver in de herfst. Er zijn soorten met witte pluimen en groen blad, maar ook soorten met een mooie roze blos en donkerrood gras. Er is zelfs een kleinblijvend lampepoetsergrassoort dat zeer geschikt is voor het balkon.
Ook in de winter heeft de plant een prachtig silhouet. Het is een opvallende verschijning in een gemengde border en laat zich goed combineren met planten zoals asters, pimpernel, sierdistel en andere najaarsbloeiers. Overigens laat dit siergras zich ook uitstekend combineren met een bloembollensoort als dahlia.
Een eigenzinnig ding
Carex is geen grassoort, maar is wel heel nauw verwant. Het is een zogenaamde zegge, te herkennen aan de driekantige stengels. Net als bij de grassen bloeien de bloemen hier ook in pluimen en hebben de uiteinden van de bloeistengels aartjes. Dat is niet het enige verwarrende. Naast de paar duizend verschillende soorten – die soms moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn – hebben ze een heel alfabet aan namen! Bleke, blonde, hazen-, ijle zegge, knotszegge, ruige- of slanke zegge en… natuurlijk zwarte zegge. En dit is slechts een kleine greep uit het totaal. Uit de uitgebreide Carexfamilie is een aantal soorten geschikt voor de tuin: deze zijn zowel groenblijvend als bladverliezend. Een paar namen? Hangende zegge, Japanse zegge, palmzegge of bontbladige zegge. Zegge plant je op plaatsen waar de grond vochtig tot nat is. Het is een typische accentplant en een makkelijke, want zegge hoeft niet zoals veel andere vaste planten, in het najaar of voorjaar worden teruggeknipt.
Tip: plan je aankoop
Kijk goed welk doel je met je gras hebt. De polvormige grassen groeien in mooie polletjes en breiden zich langzaam uit ten opzichte van de andere soorten. Andere grassoorten verspreiden zich door middel van ondergrondse uitlopers en kunnen daardoor overheersend worden. Grassen laten zich goed combineren met andere vaste planten en zijn een mooie en waardevolle toepassing in uw tuin. Bepaal je doel en maak een juiste keuze.
Pas op met snoeien
Snoei siergrassen nooit in het najaar! Dan vernietig je juist een groot deel van de sierwaarde van het gras. Grassen zijn bijzonder fraai in de winterperiode, als er bijvoorbeeld een laagje rijp op ligt, of als ze ruisen in de winterwind. Ze geven je tuin dan een extra dimensie. Snoei de plant dus pas in het voorjaar terug, tot ongeveer tien centimeter, voordat de groei begint. Als je in het voorjaar snoeit, komt de groei eerder op gang. Oud blad dat op de plant blijft zitten, vertraagt namelijk de opwarming van het hart van de plant en daarmee de groei met ongeveer drie weken.
Makkelijke makkers
Eenmaal aangeslagen, vragen siergrassen bijzonder weinig aandacht. Al met al zijn siergrassen ideale tuinplanten. Ze zijn duurzaam en onderhoudsvriendelijk en geven een prachtig accent aan elk type tuin, zowel in de zomer als in de winter. Binnenkort maar eens contact met uw hovenier opnemen om eens te kijken welke siergrassen er zoal verkrijgbaar zijn en welke het beste in uw tuin passen!
Ook als je beperkte ruimte hebt, kun je van de natuur en het goede leven genieten. Zelfs als je een stadstuin, een balkon, een dakterras, of alleen een eenvoudige bloembak hebt, kun je een prachtige, efficiënte en rijke tuin creëren. De moestuin is weer helemaal terug van weggeweest. Daarbij is gemak het sleutelwoord, maar ook de herkomst van ingrediënten vinden we belangrijk. Als je zelf kruiden en fruit kweekt, weet je precies wat je eet. En wat is er nou mooier dan producten direct vanuit de tuin op tafel te kunnen zetten? In de eetbare tuin kun je slim en creatief tuinieren op een natuurvriendelijke manier. Winterharde laurier, rozemarijn, oregano en tijm zijn populair, maar ook bieslook en munt komen in veel gerechten van pas.
Kruiden zijn onmisbare ingrediënten voor menig gerecht, maar ze kennen ook andere toepassingen. Op internet vind je allerlei leuke sites die tekst en uitleg geven over kruiden als remedie tegen ziektes en kwalen, kruiden voor huishoudelijke gebruik en zelfs kruiden voor cosmetische toepassingen. Zo bevordert tijmthee de spijsvertering en is het bovendien een probaat middel tegen een kater. Rozemarijn is heel goed voor de bloedsomloop en volgens de Romeinen biedt laurier bescherming tegen een heftig natuurverschijnsel als de bliksem. De eerste vaste zeep die meer dan duizend jaar geleden werd gemaakt, bestond uit een mix van laurier en olijfolie. Hoe meer laurier, hoe sterker de desinfecterende werking van de zeep. De kruisvaarders namen deze zeep later mee naar Marseille en zo werd de basis gelegd voor het zeepmerk Savon de Marseille.
De internationale media hebben veel invloed op onze manier van tuinieren. Via TV-tuinprogramma’s maken we kennis met nieuwe soorten bloemen en planten en krijgen we tuintips uit andere landen. Hierdoor geïnspireerd maken tuinbezitters in hun eigen tuin een plek vrij voor een kleine kruidentuin in een verhoogde border, een rij bloempotten of een stapelbare plantenbak. Het is al een feest om te zien hoe al die kruiden groeien, laat staan om ze dagvers en onbespoten te kunnen verwerken in allerlei smakelijke gerechten. Rechtstreeks uit de tuin op tafel: hoe vers wil je het hebben?
Tuinieren in potten of bakken maakt de verzorging gemakkelijk; alle planten zijn immers goed bereikbaar. Dit voorkomt bovendien verspilling van zaad, water en meststoffen en ook onkruid wieden is nauwelijks nodig. Zo’n micro-natuurtuin vraagt weinig onderhoud en dat komt goed uit, want onze levens zijn al druk genoeg. Bovendien wordt tuinieren daarmee bereikbaar voor alle leeftijden en uiteenlopende niveaus: van beginners tot gevorderden, van jong tot oud. Het leuke is ook dat je de potten en bakken vrijwel overal kunt neerzetten, zelfs op het balkon of het (dak)terras. En als de ruimte echt beperkt is, kun je altijd nog een eetbare wand inrichten om de kruiden en eetbare bloemen verticaal te kweken. Dat ziet er nog leuk uit ook! Tegenwoordig kun je zelfs kleine keukenlauriers op pot kopen. Daar is altijd wel een plekje voor.
De eetbare tuin bewijst dat je met een beetje fantasie en het loslaten van strikte, achterhaalde regels een tuin kunt creëren die niet alleen fantastisch is om naar te kijken, maar ook heerlijk om uit te eten! Creëer je eigen groene paradijs en geniet er met volle teugen van. Goed voor de portemonnee, goed voor het milieu en goed voor je lichaam!